Перевод: с английского на все языки

со всех языков на английский

nor good old herring

  • 1 good

    adj. goed; aangenaam; plezierig; eerlijk, rechtschapen; waard zijn
    --------
    adv. goed, op een goede manier
    --------
    n. goedheid; winst; goederen
    good1
    [ goed]
    goedwelzijn, voorspoed
    nut voordeel
    goed werk dienst
    goedheidverdienste, deugd(zaamheid)
    voorbeelden:
    1   milk does you good melk is goed voor u
         for the common good voor het algemeen welzijn
         it will do him all the good in the world hij zal er erg van opknappen/opkikkeren
         he will come to no good het zal slecht met hem aflopen
         for his (own) good om zijn eigen bestwil
    2   it's no good (my) talking to her het heeft geen zin met haar te praten
         what is the good of it? wat voor nut heeft het?
         it's no good het heeft geen zin, het wordt niks
         vaak ironischmuch good may it do you! dat het je wel bekome!, geluk ermee!
    3   be after/up to no good niets goeds in de zin hebben
    4   good and evil goed en kwaad
    for good (and all) voorgoed, voor eeuwig (en altijd)
         〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉 be in good with in een goed blaadje staan bij
         £10 to the good tien pond te goed; tien pond over; tien pond extra; tien pond voordeel/winst
    → bad bad/
    II meervoud
    〈vaak attributief; voornamelijk Brits-Engels〉 goederen voor treinvervoervoornamelijk Amerikaans-Engels vracht
    voorbeelden:
    3   juridischgoods and chattels persoonlijke bezittingen
    by goods per/met de goederentrein
         slang(she thinks he is) the goods (ze vindt hem) de ware Jacob
    ————————
    good2
    〈bijvoeglijk naamwoord; better [bettə], best [ best]
    goedkwaliteitsvol; knap, kundig
    goedprijzenswaardig; correct, juist
    goedfatsoenlijk, betrouwbaar
    aardiglief, goed; gehoorzaam
    goedaangenaam, voordelig; lekker, smakelijk, gezond
    afdoend geldig
    aanzienlijkaardig groot/veel/lang 〈enz.〉
    voorbeelden:
    1   a good looker een knappe man/vrouw; een mooi iets
         good looks knapheid
         good sense gezond verstand
         good soil vruchtbare bodem/grond
         good for you, 〈Brits-Engels; gewestelijk〉good on you goed zo, knap (van je)
    2   the good cause de goede zaak
         good English goed/correct Engels
         my watch keeps good time mijn horloge loopt gelijk
         all in good time alles op zijn tijd
         make good het er goed afbrengen, het maken, slagen voornamelijk financieel; goedmaken; vergoeden schulden; nakomen, vervullen belofte herstellen schade
         be good for a laugh grappig zijn, een lachje waard zijn
    3   good breeding welgemanierdheid
         (in) good faith (te) goede(r) trouw
         make good one's escape slagen in een ontsnapping
    4   ironischmy good friend mijn waarde (vriend)
         good humour opgewektheid
         my good man mijn beste man; mijn lieve man verontwaardigd
         good nature goedaardigheid
         put in a good word for, say a good word for een goed woordje doen voor, aanbevelen
         be good enough (to) wees zo vriendelijk, gelieve
         be so good as to wees zo vriendelijk, gelieve
         it's good of you to help him het is aardig van u om hem te helpen
    5   beer is not good for her/her health bier is niet goed/gezond voor haar
         good buy koopje, voordeeltje
         through the good offices of door de goede diensten van, met behulp van
         good afternoon goedemiddag
         good evening goedenavond
         good morning goedemorgen
         good night goedenacht, welterusten
         have a good time zich amuseren
         good times goede/voorspoedige tijden
         feel good zich lekker voelen; lekker aanvoelen
         it is good to be alive leve het leven, het leven is verrukkelijk
         keep good goed/vers blijven
         too good to be true te mooi om waar te zijn
    6   a good excuse een goed/geldig excuus
         this rule holds good deze regel is van kracht/geldt (nog)
    7   give someone a good beating iemand een f pak slaag geven
         stand a good chance een goede kans maken
         a good deal/many heel wat
         a good hour/ten miles ruim een uur/tien mijl
         a good while een hele poos, geruime tijd
    spreekwoorda good tale is none the worse for being told twice goed nieuws mag best vaak verteld worden
         spreekwoordthere is many a good tune played on an old fiddle iemands leeftijd zegt vaak niets over wat hij nog kan presteren
         spreekwoordall good things come to an end aan alle goede dingen komt een einde
         spreekwoordtoo much of a good thing is good for nothing te volle maat loopt over
         spreekwoordone good turn deserves another de ene dienst is de andere waard
         be in someone's good books bij iemand in een goed blaadje staan
         there's a good boy/girl/fellow wees nu eens lief, toe nou
         Good Friday Goede Vrijdag
         good God! goeie genade!, gossiemijne!
         as good as gold erg braaf/lief van kind
         have a good head on one's shoulders een goed verstand hebben
         good heavens! goeie/lieve hemel!
         neither fish, flesh, nor good red herring vlees noch vis
         keep good hours op tijd naar bed gaan
         make someone appear in a good light iemand in een gunstig daglicht stellen
         good luck (veel) geluk
         stroke of good luck buitenkansje
         have a good mind to veel zin hebben in
         throw good money after bad goed geld naar kwaad geld gooien, het ene gat met het andere stoppen
         in good spirits opgewekt, blij
         it's a good thing that het is maar goed dat
         it's a good thing to … het is verstandig om …
         a good thing too! maar goed ook!, het is maar gelukkig ook!
         too much of a good thing teveel van het goede
         make good time goed/lekker opschieten
         do someone a good turn iemand een dienst bewijzen
         good old Harry (die) goeie ouwe Harry
         as good as zo goed als, nagenoeg
         be good at goed/knap zijn in
         be good for £100,000 100.000 pond kunnen betalen, goed zijn voor 100.000 pond
         be good for another couple of years nog wel een paar jaar meekunnen/meegaan
         the good het goede; de goeden
    ————————
    good3
    bijwoord 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉
    goed
    voorbeelden:
    1   she is doing good ze doet het goed, ze gaat lekker
         things are going good het gaat goed
    good and … heel erg …
    → give give/, well well/

    English-Dutch dictionary > good

  • 2 fish

    {fiʃ}
    I. 1. (pl fishes, fish) риба
    all is FISH that comes to his net той извлича полза от всичко
    to feed the FISHes нахранвам/ставам храна за рибите (удавям се) (и to be food for FISHes), страдам от морска болест
    to hook/land one's FISH постигам целта си
    to have other FISH to fry имам по-важна работа
    to make FISH of one and flesh/fowl of another за един майка, за друг мащеха
    neither FISH nor flesh (nor good red herring), neither FISH, flesh, nor fowl ни рак, ни риба
    FISH and chips пържена риба с пържени картофи
    2. морски животни (китове, делфини, раци, стриди)
    3. разг. човек, тип, субект
    big FISH голяма/важна клечка
    cool FISH нахалник
    dull FISH досаден/отегчителен човек
    fresh FISH ам. нов арестант/затворник
    loose FISH разпуснат/безпринципен човек
    odd/queer/strange FISH чудак, чешит
    poor FISH тъпак, нищо и никакъв човек, никаквец
    4. плячка, жертва
    5. the FISH (Fishes) риби (съзвездие, знак на зодиака)
    6. attr риби, рибен
    FISH story преувеличена история, ловджийски приказки
    II. 1. (опитвам се да) ловя риба (в)
    to FISH a stream/a lake ловя/опитвам се да хвана риба в поток/езеро
    2. прен. разг. гледам да получа/измъкна/да се добера до (сведения и пр.) (с for)
    to FISH for oneself оправям си сам работата
    3. търся (под водата)
    4. прен. ровя (в джоб, чанта)
    5. претърсвам (for)
    6. ам. използувам (лодка и пр.) при риболов
    7. ам. измъквам (нещо изпод)
    fish out изваждам, извличам (от водата), измъквам (от джoб), изтръгвам, опитвам се да изтръгна (тайна и пр.), улавям всичката риба в
    fish up изваждам, извличам (от водата)
    III. 1. тех. заякчавам, скрепявам (с накладка), подсилвам
    2. съединявам с накладки, свързвам
    IV. n жетон, чип
    * * *
    {fish} n 1. (pl fishes {-iz},fish) риба; all is fish that comes to(2) {fish} v 1. (опитвам се да) ловя риба (в); to fish a stream/a la{3} {fish} v 1. тех. заякчавам, скрепявам (с накладка), подсилвам{4} {fish} n жетон, чип.
    * * *
    риба; рибен; засилвам; жертва;
    * * *
    1. all is fish that comes to his net той извлича полза от всичко 2. attr риби, рибен 3. big fish голяма/важна клечка 4. cool fish нахалник 5. dull fish досаден/отегчителен човек 6. fish and chips пържена риба с пържени картофи 7. fish out изваждам, извличам (от водата), измъквам (от джoб), изтръгвам, опитвам се да изтръгна (тайна и пр.), улавям всичката риба в 8. fish story преувеличена история, ловджийски приказки 9. fish up изваждам, извличам (от водата) 10. fresh fish ам. нов арестант/затворник 11. i. (pl fishes, fish) риба 12. ii. (опитвам се да) ловя риба (в) 13. iii. тех. заякчавам, скрепявам (с накладка), подсилвам 14. iv. n жетон, чип 15. loose fish разпуснат/безпринципен човек 16. neither fish nor flesh (nor good red herring), neither fish, flesh, nor fowl ни рак, ни риба 17. odd/queer/strange fish чудак, чешит 18. poor fish тъпак, нищо и никакъв човек, никаквец 19. the fish (fishes) риби (съзвездие, знак на зодиака) 20. to feed the fishes нахранвам/ставам храна за рибите (удавям се) (и to be food for fishes), страдам от морска болест 21. to fish a stream/a lake ловя/опитвам се да хвана риба в поток/езеро 22. to fish for oneself оправям си сам работата 23. to have other fish to fry имам по-важна работа 24. to hook/land one's fish постигам целта си 25. to make fish of one and flesh/fowl of another за един майка, за друг мащеха 26. ам. измъквам (нещо изпод) 27. ам. използувам (лодка и пр.) при риболов 28. морски животни (китове, делфини, раци, стриди) 29. плячка, жертва 30. прен. разг. гледам да получа/измъкна/да се добера до (сведения и пр.) (с for) 31. прен. ровя (в джоб, чанта) 32. претърсвам (for) 33. разг. човек, тип, субект 34. съединявам с накладки, свързвам 35. търся (под водата)
    * * *
    fish[fiʃ] I. n 1. (pl fishes, fish) риба; a big \fish in a small pond важен човек в малка организация, първи на село не втори в града); all is \fish that comes to his net той не се отказва от нищо, което му падне, използва всичко, извлича полза от всичко; there are plenty more \fish светът не се свършва с някого, морето е пълно с риба (прен.); to be ( feel) like a \fish out of water чувствам се като риба на сухо; to cry stinking \fish изкарвам кирливите си ризи на показ; to drink like a \fish пия като смок; as drunk as a \fish пиян-залян; (as) dumb ( mute) as a \fish ням като риба; feed the \fishes храня рибите (удавям се) (и be food for the \fishes); a fine ( nice, pretty) kettle of \fish! сега я оплескахме! объркахме работата! на ти тебе сега! to have other ( bigger) \fish to fry имам по-важна работа, имам си други грижи; to hook ( land) o.'s \fish постигам целта си; to make \fish of one and flesh of another меря с различен аршин, пристрастен съм; neither \fish, ( nor) flesh, nor fowl ( nor good old herring) ни рак, ни риба; like shooting \fish in a barrel (за състезание и пр.) нечестно, с явно предимство на едната страна, предварително решено; there's ( there are) as good \fish in the sea as ever came out of it не е само той (тя) на света; има и други възможности; \fish begins to stink at the head рибата се вмирисва от главата; 2. морски животни; китове, делфини, раци, стриди; 3. разг. човек, тип, субект; big \fish важна клечка; cool ( cold) \fish нахалник; човек, комуто окото не мига, на когото не му пука от нищо; dull \fish досаден, отегчителен човек; fresh \fish ам. нов арестант, затворник; odd ( queer, strange) \fish чудак, чешит, особняк; poor \fish тъпак, нищо и никакъв, безхарактерен човек, никаквец; shy \fish стеснителен, свит човек; 4. плячка, жертва; 5. the F. ( Fishes) риби (съзвездие, знак на зодиака); 6. жетон, чип; 7. attr риби, рибен; \fish story преувеличена история; II. v ловя риба (в); to \fish a lake ловя риба в езеро; to \fish for a living изкарвам си прехраната с риболов; to \fish for sport ловя риба за удоволствие; to \fish the anchor вдигам котва; to \fish in troubled waters ловя риба в мътна вода; to \fish for compliments прося си комплименти; to \fish for information гледам да се добера до сведения; to \fish for o.s. оправям си сам работата; III. n 1. мор. плоча, хомот за заякчаване на мачта; 2. тех. планка; релсова накладка; VI. v 1. заякчавам, скрепявам, засилвам, усилвам, подсилвам; 2. съединявам, свързвам (с планка).

    English-Bulgarian dictionary > fish

См. также в других словарях:

  • fish quotations — an arbitrary selection follows and also includes proverbs, rhymes, fragments of show tunes, and ditties (as Q lacks piscine entries). Some other proverbs appear in the letter files: 1 Anaximander says that men were first produced in fishes, and… …   Dictionary of ichthyology

  • fish — I. /fɪʃ / (say fish) noun (plural fish or fishes) 1. any of various cold blooded, completely aquatic vertebrates, having gills, fins, and typically an elongated body usually covered with scales. 2. any of various other aquatic animals. 3. the… …  

  • British Chinese — Anglo Chinese redirects here. For the language, see Singdarin. British Chinese 英國華僑 英国华侨 …   Wikipedia

  • Jewish cuisine — is a collection of international cookery traditions linked by Jewish dietary laws (kashrus) and Jewish holiday traditions. Certain foods, notably pork and shellfish, are forbidden; meat and dairy are not combined, and meat must be ritually… …   Wikipedia

  • United Kingdom — a kingdom in NW Europe, consisting of Great Britain and Northern Ireland: formerly comprising Great Britain and Ireland 1801 1922. 58,610,182; 94,242 sq. mi. (244,100 sq. km). Cap.: London. Abbr.: U.K. Official name, United Kingdom of Great… …   Universalium

  • English literature — Introduction       the body of written works produced in the English language by inhabitants of the British Isles (including Ireland) from the 7th century to the present day. The major literatures written in English outside the British Isles are… …   Universalium

  • List of atheists (miscellaneous) — Business* John Baskerville (1706 ndash;1775): English typesetter, printing innovator and typefounder, designer of the typeface that bears his name. [Baskerville left directions that his body be buried in a Conical Building in my own premises… …   Wikipedia

  • Nantucket shipbuilding — Nantucket Forests with tall trees had disappeared from the island millennia before colonial settlement. There were no large trees on Nantucket to provide long dimension timbers for ship building or building construction and importing Live oak… …   Wikipedia

  • Dragon Age: Origins — Developer(s) BioWare Edmonton Edge of Reality (console versions)[1] Publisher(s) …   Wikipedia

  • Yell, Shetland — Infobox Scottish island | GridReference=HU492935 celtic name= norse name=Jala meaning of name=Possibly of Pictish origin or from Old Norse for barren area=21,211 ha area rank=11 highest elevation=Hill of Arisdale 210 m Population=957 population… …   Wikipedia

  • Estonia — /e stoh nee euh, e stohn yeuh/, n. a republic in N Europe, on the Baltic, S of the Gulf of Finland: an independent republic 1918 40; annexed by the Soviet Union 1940; regained independence 1991. 1,444,721; 17,413 sq. mi. (45,100 sq. km). Cap.:… …   Universalium

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка:
Нажмите правой клавишей мыши и выберите «Копировать ссылку»